Het afgelopen jaar concentreerde zich op de bescherming van het deel van de oceaan dat buiten het rechtsgebied van een specifiek land valt en dat aantoonbaar zo raadselachtig is dat deskundigen op dit gebied er nog steeds naar streven het te begrijpen.

Als het om de volle zee gaat, is er een groot deel (64%) van de oceaan die niemand werkelijk bezit en die geen enkel land op eigen kracht kan beschermen. Dat roept de vraag op: “hoe bescherm je iets dat er niet bij hoort (alleen) aan jou?" Geleerden zijn van mening dat het gebied van ons allemaal is.

Volgens de Europese Commissie alleen 1% van de volle zee wordt beschermd, een schrikbarend klein gebied om rekening mee te houden. Nu de rest van de volle zee onbeschermd is, kun je je alleen maar de impact voorstellen van onze acties op de biodiversiteit. Beschouw de volle zee als een wereld die het menselijk begrip en, misschien wel het begrip, ver te boven gaat.

Verenigd door de wens om de biodiversiteit te beschermen, hebben experts zich het afgelopen jaar ingespannen om de biodiversiteit te beschermen; en of je deze inspanning nu met een kritische blik of met optimisme bekijkt, 2023 heeft ons laten zien dat problemen op volle zee alleen kunnen worden opgelost door samenwerking.

IMPACT VAN DE DUURZAME ONTWIKKELINGSDOELSTELLING #14

Misschien wel de beste manier om te beginnen is door te erkennen dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de Verenigde Naties een belangrijke rol spelen bij het contextualiseren van de inspanningen van dit jaar om de volle zee te beschermen.

Opmerkelijk SDG 14: Leven onder water, dat tot doel heeft “de oceanen, zeeën en mariene hulpbronnen te behouden en duurzaam te gebruiken voor duurzame ontwikkeling”, is een leidraad voor inspanningen om de gezondheid van de oceanen op volle zee te bevorderen en, toevalligerwijs, maakt 2023 deel uit van de vierjarige evaluatiecyclus voor het Global Sustainable Development Report (GSDR). Dit jaar markeert ook de helft tussen het moment waarop het rapport voor het eerst werd geschreven en de doelstelling van 4. Laten we, met deze achtergrond in gedachten, een korte blik werpen op de ontwikkelingen in 2030.

OVEREENKOMST IN HET KADER VAN HET VERDRAG VAN DE VERENIGDE NATIES INZAKE HET ZEERECHT BETREFFENDE HET BEHOUD EN HET DUURZAME GEBRUIK VAN DE MARIENE BIOLOGISCHE DIVERSITEIT VAN GEBIEDEN BUITEN DE NATIONALE JURISDICTIE (BBNJ-overeenkomst aangenomen in juni 2023)

De BBNJ-overeenkomst werd geadopteerd in New York op 19 junith 2023. Deze baanbrekende overeenkomst bevat in artikel 2 een belangrijke algemene doelstelling: “het verzekeren van de behoud en duurzaam gebruik van de mariene biologische diversiteit van gebieden buiten de nationale jurisdictieVoor de heden en op de lange termijn, door effectieve implementatie van de relevante bepalingen van het Verdrag en verdere internationale samenwerking en coördinatie [cursivering].”

In artikel 7 Algemene beginselen en benaderingen zet de BBNJ-overeenkomst vele leidende beginselen uiteen die bekend zijn in de context van het milieurecht, zoals het ‘beginsel dat de vervuiler betaalt’ en het ‘gebruik van de best beschikbare wetenschap en wetenschappelijke informatie’. Vervolgens wordt in de overeenkomst de doelstellingen opgedeeld op basis van verschillende vakgebieden. Hieronder vindt u een voorproefje:

DEEL II: MARIENE GENETISCHE HULPBRONNEN, INCLUSIEF DE EERLIJKE EN BILLIJKE VERDELING VAN VOORDELEN (Artikel 9 Doelstellingen):
  • Eerlijke en rechtvaardige verdeling van voordelen voor mariene genetische hulpbronnen,
  • Capaciteitsopbouw van partijen die steun nodig hebben,
  • Genereren van wetenschappelijk onderzoek en technologische innovatie, en
  • Overdracht van maritieme technologie.
DEEL III. MAATREGELEN ZOALS OP GEBIED GEBASEERDE BEHEERINSTRUMENTEN, INCLUSIEF MARIENE BESCHERMDE GEBIEDEN (Artikel 17 Doelstellingen):
  • Behoud en duurzaam gebruik van beschermde gebieden via gebiedsgerichte beheerinstrumenten,
  • Samenwerking en coördinatie van deze gebiedsgerichte managementinstrumenten,
  • Bescherming, behoud enz. van de biologische diversiteit en de daarmee samenhangende ecosystemen (rekening houdend met productiviteit, gezondheid en veerkracht),
  • Ondersteuning van sociaal-economische kwesties zoals voedselzekerheid en culturele waarden, en
  • Capaciteitsopbouw en technologieoverdracht
DEEL IV. MILIEU-EFFECTBEOORDELING (Artikel 27 Doelstellingen):
  • Processen opzetten voor het uitvoeren en rapporteren van beoordelingen,
  • Voorkom, beheer en verminder aanzienlijke negatieve gevolgen,
  • Houd rekening met zowel de cumulatieve impact (totaal) als de impact die betrekking heeft op nationale rechtsgebieden,
  • Zorg ervoor dat MER’s strategisch en coherent zijn, en
  • Capaciteitsopbouw voor MER's
DEEL V. CAPACITEITSOPBOUW EN DE OVERDRACHT VAN MARIENE TECHNOLOGIE (Artikel 40 Doelstellingen):
  • Ondersteuning van capaciteitsopbouw voor de voorgaande delen en hun respectieve doelstellingen.

Met name DEEL VIII IMPLEMENTATIE EN NALEVING kent een vreedzame en enigszins flexibele benadering voor het beslechten van geschillen onder deze overeenkomst. Deze methodologie voor het beslechten van geschillen zal waarschijnlijk effectief zijn, gezien de robuuste monitoring- en rapportagevereisten die in de overeenkomst zijn vastgelegd.

Voor meer informatie, inclusief hoe de EU deze overeenkomst in een notendop uitlegt en hoe deze zich verhoudt tot het onderstaande Kunming-Montreal Framework, zie: https://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/ocean/international-ocean-governance/protecting-ocean-time-action_enhttps://oceans-and-fisheries.ec.europa.eu/news/win-ocean-high-seas-treaty-signed-united-nations-2023-09-20_en

KUNMING-MONTREAL GLOBAL BIODIVERSITEITSKADER (AANGENOMEN DEC. 2022; IMPACT VOOR 2023 EN VERDER)

Men moet goed letten op het doel hiervan kader. Deel B. Doel over de waarde van biodiversiteit omvat een verklaard doel “om urgente en transformatieve actie te katalyseren, mogelijk te maken en te stimuleren… om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en om te keren...”

In Sectie F. Visie voor 2050 en missie voor 2030splitst het raamwerk de tijdlijn op in twee delen: de huidige tijd tot 2030, en 2030 tot 2050. De missie voor 2030 legt de nadruk op het nemen van “dringende actie om het verlies aan biodiversiteit een halt toe te roepen en om te keren...”, terwijl de visie voor 2050 wat amorfer is, gericht op de waarde, het verstandige gebruik, het herstel en het behoud van biodiversiteitsbronnen.

Voor het jaar 2050 legt het raamwerk de nadruk op ‘doelstellingen’, terwijl de directe zorg voor 2030 ook doelstellingen omvat. Er zijn inderdaad 23 doelstellingen onder Sectie H. De mondiale doelstellingen voor 2030 zijn onderverdeeld in 3 subrubrieken:

  1. Het terugdringen van de bedreigingen voor de biodiversiteit,
  2. Het voorzien in de behoeften van mensen door middel van duurzaam gebruik en het delen van voordelen, en
  3. Tools en oplossingen voor implementatie en mainstreaming.

Onder kopje H1 vermelden Doelstellingen 1 en 2 een “30 bij 30”-aanpak waarbij effectief herstel en behoud plaatsvindt in 30 procent van de getroffen hulpbronnen die een impact hebben op de biodiversiteit. Rubriek H2 richt zich op het duurzame gebruik van hulpbronnen en een rechtvaardige aanpak voor het herstel van die hulpbronnen. Rubriek H3 richt zich meer op de implementatie van de doelstellingen met behulp van juridische en financiële benaderingen. Interessant genoeg vermeldt Doelstelling 19(a) een financiële investering van 30 miljard euro in 2030.

Het voordeel van dit raamwerk is dat het zorgvuldig rekening houdt met veel noodzakelijke componenten voor succes: verheven doelen die moeten worden bereikt in twee implementatiefasen, waarbij de eerste fase (eindigend in 2030) de tweede fase ondersteunt. Maar hoe verheven de doelstellingen voor 2030 en de doelstellingen voor 2050 ook zijn, de handhaving van het raamwerk is zwak. Sectie J. Verantwoordelijkheid en transparantie, lid 19, streeft naar een “facilitatieve, niet-opdringerige, niet-bestraffende…” benadering van naleving die veel te wensen overlaat. Over het geheel genomen is dit raamwerk echter zeker een stap in de goede richting, en gezien het feit dat dit ook zo was eind 2022 aangenomenheeft het tijd om te evolueren, met niet alleen gevolgen voor 2023, maar ook voor de komende jaren.

WERELDHANDELSORGANISATIE: OVEREENKOMST INZAKE VISSERIJSUBSIDIES (aangenomen in juni 2022).

Een belangrijke overweging met betrekking tot “overbevissing” is of de biodiversiteit wordt aangetast. De Overeenkomst inzake visserijsubsidies, aangenomen in juni 2022, is een mechanisme dat kan worden gebruikt om “illegale, ongemelde en ongereguleerde (IOO)” visserijactiviteiten onder haar leden te beperken.

Als onderdeel van de overkoepelende Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen (SCM-overeenkomst) is deze WTO-overeenkomst uiterst specifiek als het gaat om het definiëren van IUU en het specificeren van wat wel en niet is toegestaan. Dit zal waarschijnlijk elke verkeerde interpretatie van de taal voorkomen – een groot voordeel als verschillende landen samenwerken om illegale visserij in zeewateren te dwarsbomen.

In ARTIKEL 3: SUBSIDIES DIE BIJDRAGEN AAN ILLEGALE, NIET-GEMELDE EN NIET-VERWANTE VISSERIJ staat bijvoorbeeld in 3.1 dat “Nee Lid zal subsidie ​​verlenen of behouden [cursivering]” voor IOO-visserij. In de Verenigde Staten heeft het woord ‘shall’ een grote juridische betekenis, omdat het een mandaat is in plaats van een suggestie.

Bovendien bevat ARTIKEL 8: KENNISGEVING EN TRANSPARANTIE strengere rapportagevereisten onder de SCM-overeenkomst die specifiek betrekking hebben op IUU's, en zijn de leden ook verplicht om aanvullende informatie te verstrekken aan de relevante commissie binnen één jaar na de datum waarop de WTO-overeenkomst in werking treedt. .

Als geheel versterkt deze WTO-overeenkomst de vorige SCM-overeenkomst en heeft tot doel vis te beschermen met concrete taal die hopelijk zal leiden tot naleving onder de leden en transparantie met betrekking tot IOO-visserij (Opmerking: zie ARTIKEL 8.2).

Voor meer informatie, zie: https://www.wto.org/english/thewto_e/minist_e/mc12_e/briefing_notes_e/bffish_e.htm

CONCLUSIE

Zo markeerde 2023 een keerpunt waarin experts over de hele wereld zich concentreerden op de volle zee en de biodiversiteit. De belangrijkste doelstelling dit jaar was het beschermen van het deel van de oceaan dat voor velen slechts een luchtspiegeling is. Hoe bovenstaande afspraken zich zullen ontwikkelen is uiteraard onbekend. De eerste stap naar de bescherming van de volle zee is echter het erkennen dat deze bescherming nodig heeft, ook al groeit het inzicht in de biologische betekenis ervan. Iedereen zal er immers van profiteren. Het is het gemeenschappelijke erfgoed van de mensheid.